Hieronder vind je de weblog van Gerber van der Graaf, ingenieur. Hij woont al een jaar of 22 in Catalonië en houdt sinds juni 2017 een weblog bij met beschouwingen over de politieke situatie - met name de vervolging van de Catalaanse politici. Met zijn goedvinden is dit artikel geïntegreerd in deze website, maar kan uiteraard ook ‘los’ worden bekeken.
11 januari 2022
(830 woorden)
De uitspraken van het Gerecht van Europa over de parlementaire immuniteit van Puigdemont, Ponsatí en Comín (hij en zijn voormalige ministers zijn lid van het Europese Parlement) worden binnen afzienbare tijd verwacht. Daarnaast zal het Europese Hof van Justitie een uitspraak doen over de vragen die vooraf gaan aan het gerechtelijk proces tegen Puigdemont en zijn ministers. De Spaanse rechter Llarena heeft deze vragen aan dit Hof voorgelegd wegens de weigering van België om de voormalige Catalaanse minister Puig aan Spanje uit te leveren. België weigert om Puig uit te leveren omdat zij vind dat het Spaanse Hooggerechtshof (bij monde van rechter Llarena) daar niet toe gemachtigd is. Dat zou, volgens het Europese en internationale recht, de rechtbank van de jurisdictie moeten doen waar de vermeende misdaad heeft plaatsgevonden, oftewel de rechtbank in Catalonië. Nu het Spaanse Hooggerechtshof zelf de uitleveringszaak op zich heeft genomen, worden de aangeklaagden het internationale recht ontzegt om in beroep te kunnen gaan bij een hogere rechtbank. Daarnaast betwijfelt de Belgische justitie of Puig een eerlijke rechtzaak in Spanje zal krijgen. De bevindingen van de Belgische justitie over de uitlevering van Puig geeft een idee over haar toekomstige uitspraken met betrekking tot de uitleveringen Puigdemont, Ponsatí en Comín. Met haar uitspraak betwijfelt de Belgische justitie tevens het proces tegen de Catalaanse politici en burgerleiders die tussen de 9 en 12,5 jaar door het Spaanse Hooggerechtshof veroordeeld zijn. Het Europese Hof van de Rechten van de Mens zal daar degelijk rekening mee houden wanneer zij haar oordeel velt over de rechtzaak tegen de Catalaanse leiders. Bovendien werd minister Puig door België, net als Puigdemont door de Duitse justitie, vrijgesproken van oproer en opruiing. Het Europese Hof van Justitie heeft gezegd dat wanneeer een burger is vrijgesproken door justitie van een EU lidstaat, zij niet meer door een ander lidstaat wegens dezelfde feiten kan worden vervolgt. In Spanje loopt echter nog steeds een arrestatiebevel tegen Puigdemont en zijn minister. De door Llarena voorgelegde vragen aan het Europese Hof roept dus de vraag op of het Europese Hof van Justitie prevaleert boven die van de Europese lidstaten. De andere EU lidstaten mogen in deze zaak ook hun zegje bij het Europese Hof van Justitie doen. Per slot van rekening gaat dit iedere lidstaat aan en betreft de uitleveringszaak van Puigdemont zelfs het wezen en bestaansrecht van de Europese Unie. Polen en Roemenië zijn van mening dat hun eigen justitie niet aan die van de Europese ondergeschikt is en scharen zich daarom als enigen achter Spanje. België is vanzelfsprekend een andere mening toegedaan. De overige lidstaten hebben hun mening voor zich gehouden. Hoogst waarschijnlijk doen zij dat onder diplomatieke druk en om de (nog) bevriende Staat Spanje niet tegen het hoofd te stoten.
De vraag reist nu wat te doen wanneer de Europese justitie President Puigdemont in het gelijk stelt en hij terug zou kunnen komen zonder dat Spanje hem mag arresteren? De enige die zich deze vraag hardop afvraagt is de editoriaal van Vilaweb. Deze geeft impliciet ook al een richting aan.
De Generalitat (Catalaanse overheidsinstelling) is een als verzuurde melk vervallen instituut. Zij vertegenwoordigt niet meer de wil van haar kiezers of kan deze niet uitvoeren wegens de juridische vervolgingen. Daarnaast vormt deze instelling een onderdeel van de Spaanse Staat zoals vastgelegd in het Statuut. En hier wringt nu precies de schoen: dit in 2006 gerefendeerde Statuut werd door het sterk gepolitiseerde Constitutioneel Hof deels geliquideerd. En wat daarvan overbleef respecteert Spanje niet. Want de regering van president Rajoy had nooit en te nimmer de Catalaanse regering mogen ontslaan en de overheidsinstellingen mogen bezetten, zoals zij heeft gedaan na het referendum.
Daarom hebben Puigdemont en de zijnen een regering in ballingschap opgericht, het Consell per la República Catalana (CxR, de Raad voor de Catalaanse Republiek) met een Assemblea die onlangs door haar leden werd gekozen. Deze regering heeft volgens haar oprichters de taak om het politieke mandaat dat uit het referendum volgde te verwezenlijken. Het is daarom niet meer dan logisch dat wanneer hij terugkomt hij vanuit deze instelling over Catalonië zal gaan regeren en de verklaring van de Catalaanse onafhankelijkheid (welke hijzelf na het referendum op 10 Oktober 2017 heeft uitgesproken en tegelijkertijd opschortte om onderhandelingen met Spanje mogelijk te maken), weer zal activeren.
Om het CxR te legitimeren zouden de onafhankelijkheidspartijen een regeringscrisis moeten veroorzaken en niet meer mee moeten doen aan de daaruitvolgende vervroegde verkiezingen. In plaats daarvan zouden zij de kiezers moeten aanmoedigen om hen bij het CxR te gaan stemmen. Het aantal leden van het CxR moet hierdoor dusdanig stijgen (momenteel heeft zij 100.000 leden) zodat zij nationaal en internationaal de legitimiteit heeft om het Catalaanse volk te vertegenwoordigen. Slechts dan zal de onafhankelijkheidsverklaring van Catalonië door de internationale gemeenschap erkent kunnen worden.
Indien Spanje echter geen gehoor zal geven aan de Europese Justitie en Puigdemont bij zijn terugkomst toch zal arresteren, dan komen we in een scenario terecht van protesten en wettelijke ongehoorzaamheid. De onrust die daarop zal volgen zal haar weerklank in geheel Europa vinden. Spanje zal dan door de EU tot andere gedachten moeten worden gedwongen of zij zal niet meer in de club thuis horen.
Carles Puigdemont
Als Spanje een rechtsstaat is, weet ik het niet meer
Het Proces:
weblog Rico Brouwer